Mick Boskamp
Mick Boskamp

Column Mick Boskamp: De droom

Column

Sinds lange tijd kon ik vanmorgen bij het wakker worden mijn droom onthouden. En het was een beauty. Ik had namelijk over Zandvoort rond 1966 gedroomd. Toen iedereen nog lief was voor elkaar. 

Dat laatste is niet helemaal waar. We hadden de afschuwelijke oorlog in Vietnam, we hadden de moorden op president John F. Kennedy en zijn broer en presidentskandidaat Robert Kennedy, er waren rassenrellen in Amerika, er waren rellen in Nederland tussen links en rechts (tegenwoordig voeren die een virtuele oorlog op Twitter) en sommige hippies bleken ook wat minder vreedzaam te zijn, zoals Charlie Manson en zijn griezelgang. Maar voor mij, een tienjarig dromertje, ook in wakkere toestand, waren de sixties goud. 

Ik bedoel: wat had ik nou aan mijn hoofd? Helemaal niks. Hoewel, helemaal niks. Maar kinderen zijn er erg goed in om van iets niets te maken. Uit zelfbescherming. Maar er was genoeg om in te verdwijnen. In de muziek, in de ontluikende verliefdheden, in alles dat me blij en happy maakte. En in mijn droom was ik daar, in de Zandvoortse zomer van 1966. 

Toen ik wakker werd uit die droom was het al vrij laat. Het stormde, het regende en het was ook vrij koud, voelde ik. Dit was Zandvoort 2024. En ondanks het mindere weer en de koudere temperatuur was daar niks mis mee. 

Want dit is wel het dorp waar ik vorige week bij Zantvoort de huur van een klopboor niet hoefde af te rekenen omdat ze de aanmaakbon niet konden vinden. “Laat maar zitten”, zeiden ze. Ik vond dat super aardig van deze handige broeders. Want na zoveel vriendelijkheid wil ik natuurlijk nooit meer ergens anders iets kopen voor een klein klusje (als kleine klusser). 

De volgende dag begon ook al zo prettig. In Cannes, Zuid-Frankrijk had ik bij de Zara een gehaakte polo gekocht. Bij thuiskomst bleek er een gat in te zitten. En je gaat niet even terug naar Cannes om ‘m te ruilen, dus ging ik de volgende dag naar Dark Blue Gordijnshop & Coupeuse op de Grote Krocht. Waar eigenaar Rahmi Dincer ter plekke met naald en draad het gat wist te dichten. En wat vroeg hij ervoor? Helemaal niets. 

En alsof dat niet genoeg vriendelijkheid was, ging ik ook nog even langs de onvervangbare Cenqiz Kahya van Fortunix GSM in de Haltestraat. Die je altijd met een glimlach helpt, als je een technische vraag hebt, ook al kost het tijd en dus ook geld. De Zandvoortse middenstand telt fijne mensen en dan kan het zomaar gebeuren dat je droomt over wat je je van die ‘lieve’ jaren 60 herinnert.