Mick Boskamp
Mick Boskamp Foto: Govert de Roos

Column Mick Boskamp: Incontinentale meeting

Column

Mijn oren zijn niet meer wat ze geweest zijn. Maar de rest doet het gelukkig nog aardig. Soms te goed. Zoals bij het plassen. 

Want als ik voel dat ik moet plassen, moet ik ook écht plassen. Terstond. Jaren geleden was ik aanwezig op een intercontinentaal Playboy diner in Warschau om het eerste nummer van de Poolse editie te vieren. Tijdens het feestdiner ’s avonds zat ik naast Ivan, de Tsjechische uitgever van Playboy Tsjechië. We raakten aan de praat en op een goed moment vertelde hij dat hij zo incontinent was dat hij regelmatig het toilet niet haalde. Daarom droeg hij een mannenluier. “Ah, verkopen ze die ook in jouw land? TENA Men?”

Hij keek me aan met een gezicht van ‘Waar heeft die gast het over?’ “Nee”, antwoordde hij, “gewoon een mannenluier.” 

Ik wilde nog zeggen: “Ivan, TENA Men is een mannenluier!”, maar ik besloot het over een ander onderwerp te hebben. Ik zag het al voor me bij terugkeer in Nederland. Mijn hoofdredacteur Jan Heemskerk zou geheid aan me hebben gevraagd of er iets interessants te melden was van mijn reis. Wat moest ik dan zeggen? Dat we het voornamelijk over mannenluiers hadden gehad? 

Het is inmiddels 2024 en niet meer 1997. Ik ben een ‘paar’ jaartjes ouder geworden en de laatste tijd denk ik ook steeds vaker terug aan die intercontinentale conferentie van toen, die meer op een incontinentale conferentie leek. Als je tot voor kort een man met korte benen een sprintje zag trekken in het centrum van onze badplaats richting Le Bar of Noble Tree, tien tegen 1 dat je mij zag spurten. Omdat ik een regelmatige gast ben in beide etablissementen krijg ik gelukkig toestemming om te komen plassen, ook al ga ik er niet zitten om wat te drinken. 

Al jaren verbaas ik me er dan ook over dat onze badplaats zo weinig openbare toiletten heeft. Geen dus. Tenminste: dat dacht ik. Tot ik laatst bij IJzerhandel Zantvoort iets moest hebben en verbijsterd was dat ik bij de ingang van het parkeerterreintje aan de overkant een urinoir zag staan. “Stond die daar altijd al?”, vroeg ik in de ijzerhandel aan een klant. “Nog net geen eeuw”, zei hij. 

“Kun je die gebruiken?” vroeg ik door. “Als je moet plassen wel”, antwoordde de man. Maar de ironie ontging me, omdat ik mijn focus had op dit serieuze geluksmomentje. Een urinoir in het dorp. Wat een opluchting. 

Mick Boskamp