Mick Boskamp en zijn uitzicht
Mick Boskamp en zijn uitzicht

Column: Fietsenstalling

Column

Nog 4 nachtjes slapen en de derde Nederlandse Formule 1 race met Max Verstappen (waarvan hij de vorige twee heeft gewonnen) wordt alweer verreden in ons Zandvoort. Dat wordt weer feest voor mijn deur.

Net als elke andere Grand Prix is de onze een circus vol snelheid, testosteron (zelfs bij vrouwen!) en glamour. Ook voor de Zandvoorters, die op de eerste rij zitten. Zo ben ik voor zondag uitgenodigd voor een feestje op het dakterras van een penthouse vanwaar je uitzicht hebt op delen van het circuit, zodat je echt de bolides ziet rijden, terwijl je een dansje maakt op electronic grooves. Is dat niet James Bond anno nu of wat?

Het uitzicht vanaf mijn appartement in de Keesomstraat is iets minder snel en glamoureus. Ik kijk uit op een fietsenstalling. 

Vandaag stonden ze opeens weer voor en op het grasveld achter mijn woning. Ik heb het over de stellingen, waartussen straks bij de trainingen en bij de race de fietsers hun stalen rossen kunnen parkeren. Als je buiten Zandvoort woont, mag je niet met de auto komen. Dat betekent dat je of de trein moet nemen of dat je de fiets pakt. Dat laatste wordt breed gepromoot en er wordt van meet af aan ook gretig gebruik van gemaakt. In 2021 fietste ik tijdens de training op zaterdag via de duinen van mijn huis naar Bentveld en ik was de enige tegenligger van honderden fietsers en (dat mag helemaal niet) gemotoriseerde tweewielers richting stellingen voor en achter mijn huis. Tijdens de rit die ik filmde, werd ik bijna van mijn sokken gereden (HIER is dat filmpje te zien). 

Waar ik ook moeilijk aan kan wennen is het feit dat de Keesomstraat en omgeving tijdelijk andere namen krijgen, namelijk de namen van beroemde circuits, zoals Sochi of Yas Marina. Waarom moet dat? De Haltestraat gaat toch ook niet de Startstraat heten? En de Kerkstraat toch ook niet de Pitstraat? Ik heb posters laten drukken met daarop de tekst: ‘Ik woon niet in Silverstone, maar in de Keesomstraat.’ Niemand wil ze ophangen. 

Ik kan natuurlijk blijven zeuren en mezelf zielig vinden, maar in het centrum hebben velen het pas echt zwaar. Want eerlijk is eerlijk, we hebben dan wel fietsenstallingen voor de deur staan, maar van die fietsers zelf heb je nauwelijks last. Terwijl het in het dorp behoorlijk luidruchtig is, voor, tijdens en na de Grand Prix. Dan kun je natuurlijk zeggen: het is maar 1 keer in het jaar en het dorp vaart er wel bij. Dat klopt, maar dan nog blijft de verhouding scheef. Want in Noord varen we er net zo wel bij als de mensen in het centrum. En die hebben er wel veel meer last van. Een klein beetje extra aandacht voor deze groep bewoners, die echt onrustige nachten beleeft, lijkt me dan ook meer dan logisch. 

Niets zit me eigenlijk mee rond die Grand Prix van Nederland. Een tijd geleden had ik een date met een vrouw die opgewonden raakte van het geluid van raceauto’s. Ik dacht: die nodig ik uit bij mij thuis op de zondag van de Grand Prix. Want ik heb een groot empathisch vermogen. Weet je wat ze zei voordat ze ophing en ik haar daarna nooit meer heb gehoord? Dat het iets te obvious was allemaal. Snap jij het nog? Racegeluiden zijn toch a priori overduidelijk?

Maar al met al kan ik ook denken dat het glas halfvol is in plaats van halfleeg. Volgens de organisatie van de Dutch Grand Prix woon ik voor een paar dagen tussen de grootste fietsenstalling ter wereld, die ruimte biedt aan maar liefst 40.000 fietsen. Hoe gaaf is dat?  Misschien dat we voor volgend jaar in Noord een tijdelijke huizenswap kunnen doen met mensen uit het centrum. Denk dat ze zullen genieten van de stilte hier en van die duizenden fietsen om zich heen. 

Ps. In het weekend van de Dutch Grand Prix ben ik te gast bij het bekroonde radioprogramma Grand Prix Radio, dat live uitzendt vanaf de Laguna Beach Club. Ik krijg nog te horen op welke dag en op welk tijdstip. Via de Facebook pagina van deze krant houd ik je op de hoogte daarover. En ik hoop niet dat de redactie van het programma deze column leest…??

Het filmpje van Mick’s fietstocht (zie halverwege zijn column):